Blootstelling aan ioniserende straling

 

Door inademen van radioactieve lucht of het eten van besmet (radioactief) voedsel kan het lichaam inwendig besmet raken en blootgesteld worden aan ioniserende straling. 

Ook kan men blootgesteld worden aan ioniserende staling d.m.v. bestraling met een röntgentoestel.

De invloed van de stralingsblootstelling op het menselijk lichaam noemen we dosis.

Wanner men radioactieve stoffen inademt of inslikt spreekt men van een inwendige besmetting. Er zitten dan als het ware allemaal kleine stralingsbronnetjes in het lichaam.

De dosis bij een inwendige besmetting is afhankelijk van de hoeveelheid radioactieve stof, de chemische samenstelling en of de stof door inademen of inslikken in het lichaam terecht is gekomen.

Bij uitwendige bestraling bevindt de stralingsbron zich buiten het lichaam. De invloed en dus ook de dosis blijft beperkt tot het bestraalde oppervlak. Men kan dit vergelijken met het verlichten van een bepaald oppervlak door een lamp.

Röntgen en gammastraling hebben een groot doordringend vermogen. Dit vermogen is zo groot dat een gedeelte door het lichaam heen kan gaan. Alleen het gedeelte dat niet door het lichaam heen gaat levert een bijdrage aan de dosis. De dosis bij uitwendige bestraling is vooral afhankelijk van de sterkte van de bron, de afstand tot de bron, de tijdsduur van blootstelling en de aanwezige afscherming.

belastingpaden.bmp